Weg met dat uitstelgedrag!

De lastige of vervelende taken voor je uitschuiven? Misschien herken je het wel. Als assessment adviseur spreek ik vaak deelnemers die aangeven dat zij geneigd zijn om minder leuke of lastige taken vooruit te schuiven en deze pas op het allerlaatste moment uit te voeren. Het moeten uitvoeren van routinematige of saaie taken of opdrachten kan hen ontmoedigen en leiden tot uitstelgedrag. Natuurlijk is het niet erg als je een keer de uitvoering van werkzaamheden vooruitschuift. Maar ga je dit vaker doen en heb je hier zowel in werk als in privé dagelijks mee te maken, dan bestaat de kans dat uitstelgedrag een gewoonte wordt. En dat kan zorgen voor gevoelens van spanning, schaamte of stress. Zelf beschik ik over de nodige (zelf)discipline. Tegelijkertijd herken ik ook uit eigen ervaring[1] dat ik in mijn dagelijks functioneren soms last heb van uitstelgedrag. Hoewel ik deadlines uiteindelijk meestal wel haal, kan ik geneigd zijn om minder leuke (routinematige) en lastige taken op het allerlaatste moment uit te voeren. Dit wetende, vind ik het interessant om bij mijzelf te onderzoeken wat hieraan ten grondslag ligt. In deze blog neem ik je mee in het onderzoeken van uitstelgedrag.

Innerlijk conflict

Aanvankelijk heb ik wel de ‘mentale’ energie en de wil om vooral lastige taken uit te voeren, maar op een of andere manier zet ik mij er niet toe om die dan direct uit te gaan voeren. Al reflecterend op dit uitstelproces merk ik dat er bij mij een innerlijke strijd ontstaat. Hoewel ik weet dat ik het ‘kan’, ben ik als piekeraar ook geneigd om vanuit belemmerende gedachten te gaan handelen. In plaats van er vol voor te gaan, denkt ik dat de uitvoering van de taak wel wat obstakels met zich meebrengt. Dat de uitkomst ervan niet het voor mij gewenste (uitstekende) resultaat oplevert. Hierdoor schiet ik in de twijfel, ga ik zaken zitten overdenken en op basis van de beren die ik dan op de weg zie neem ik dan de beslissing om de taak te verplaatsen. Dit met als mogelijk gevolg dat richting de gestelde deadline de ervaren werkdruk bij mij oploopt.

Verandering van patronen

Om dit proces van uitstelgedrag te doorbreken, realiseer ik mij dat het belangrijk is dat er een verandering nodig is in mijn niet-productieve denk-, taal- en gedragspatronen. Wat betreft denken heb ik geleerd om het negatieve oordeel dat ik over mijzelf en het gevoel dat hiermee gepaard gaat eerder ter discussie te stellen. Door dit in perspectief te plaatsen en meer naar de feiten te kijken, ben ik in staat om een meer realistische oordeel over mijn kunnen te vellen. Daarnaast probeer ik wat stelliger te zijn in het communiceren van mijn boodschap naar mijzelf. Dus niet ‘Ik zal proberen het vandaag af te krijgen’, maar ‘Ik ga het vandaag afkrijgen’. Naast dit actieve taalgebruik, helpt ook de positieve gedachte ‘Ik weet dat ik het kan’ en het tijdig contact zoeken met collega’s mij om sneller in beweging te komen. Maar wat een lekker gevoel is het als je juist die taak waar je al een tijd tegenop ziet wel gedaan hebt. Dat geeft rust en vaak ook energie om andere minder moeilijke taken ook snel weg te werken.

Eat that Frog[2]

Hoewel ik nog een weg te gaan heb, merk ik dat er door bovengenoemde veranderingen een positieve beweging is ontstaan in het aanpakken van mijn aangeleerd uitstelgedrag bij lastige taken. Door langs mijn gevoel van (faal)angst te gaan, dit te verduren en te accepteren dat het niet perfect hoeft te zijn, merk ik ook dat ik productiever ben. Soms zeg ik wel een tegen mijzelf: “Wees taakvolwassen, neem verantwoordelijkheid en toon eigenaarschap. Voer eerst de moeilijkste taken uit, dat scheelt veel mentale energie en het geeft vertrouwen voor de rest van de dag. “Eat that Frog” en weg met dat uitstelgedrag!!

Wil jij meer lezen over onze assessments? Klik dan hier.


[1] Groot, de B. (2018). Website van Harte en Lingsma/Blog Assessments/ ‘Nobody’s perfect, toch?’

[2] Term door Brian Tracy geïntroduceerd (2001). Verwijst naar het effectief leren focussen op het tijdig afhandelen van de meest belangrijke taken.