Oefening baart geen kunst

Maar hoe komt het dan dat ik elke dag een toetsenbord hanteer, maar er toch maar niet beter in word?! Hoeveel tijd ik deze handeling ook beoefen, ik word er niet beter in. Laat staan dat ik er een expert (of kunstenaar) in word.
Zo zijn er heel veel verschillende vaardigheden die we ooit aangeleerd hebben, ons tot op een zekere hoogte eigen hebben gemaakt en vervolgens op een bepaald niveau blijven uitvoeren. Hoe kan dat?

Comfortzone

Vanuit de fysiologie hebben we daar iets van begrepen. Het Motor Learning Model leert ons dat er drie fases zijn die in het aanleren van (motorische) vaardigheden:

  1. De cognitieve fase: Je bent erg bewust, met veel aandacht bezig met je nieuw aan te leren vaardigheid. Denk aan je eerste autorijles. Er gaat meer mis dan goed.
  2. De associatiefase. Je bent al steeds meer verschillende sub-vaardigheden ‘aan elkaar aan het rijgen’. Koppeling, schakelen, gas, sturen. De dingen gaan steeds vaker goed.
  3. De autonome fase. Je vraagt je aan het eind van je autorit af hoe je überhaupt op de plaats van bestemming terecht bent gekomen.

Het antwoord op de vraag waarom we in bepaalde dingen niet beter worden, zit hem in die autonome fase. Zodra we onszelf begeven in die fase waarin we een vaardigheid ‘OK genoeg’ uitvoeren, stuiten we op een plateau. Hoe vaak we die vaardigheid ook beoefenen we komen niet boven dat plateau uit. We stoppen gewoonweg met beter worden. Ik noem dat de comfortzone. De plek in ons leven waar we, zodra we er ons niet bewust van zijn, ons niet echt meer afvragen wie we zijn en wat we willen.

Die autonome fase blijkt de grootste vijand van leren en ontwikkelen. Dit ‘OK-genoeg-plateau’ zorgt dat we aan het eind van een werkdag niet meer weten wat we hadden willen bereiken of bijdragen. Laat staan dat we helder hebben wat mis ging of niet. Door in het gebied van ‘OK genoeg’ te blijven, komen we niet vooruit in welke ontwikkeling dan ook en verblijven we in die comfortzone. Op zich is dat superfijn. Ik ben een grote fan van comfort! Maar vaak ben ik me niet bewust van dat comfort. En dan vergeet ik er dus ook echt van te genieten.

Ga er uit!

Ik wil hier toch een lans breken voor het vaker verlaten van die comfortzone. Het maakt dat je beter wordt in welke vaardigheid naar keuze dan ook, afgezien van talent of leerstijl. Buiten de comfortzone doet het soms pijn, voelt het frustrerend en onzeker. Maar zolang je het kan zien als een plek van groei en ontwikkeling is het te (ver)dragen. En het maakt dat je oprecht dankbaar kan zijn voor de momenten dat het wel comfortabel is.

Mocht je de keuze maken om wel beter te worden in wie je bent en wat je wil, dan hier een aantal praktische tips:

  1. Blijf blij blunderen. Maak veel fouten en leg deze naast de lat die uitdrukt wat je wil leren. Of het nou je medewerker coachen is, leiding geven aan je team, je tijd meer onder controle hebben. De truc is om in de cognitieve fase te blijven. 
  2. Zoek constant naar feedback. Hoe meer je terugkrijgt van ‘wat je er van bakt’ hoe meer je bijstuurt richting de kant waar je naartoe wilt. 
  3. Maak de bewuste keuze om uit je comfortzone te stappen. Alleen dan maak je ruimte om voor jezelf fouten te maken. Het helpt daarbij als je voor jezelf helder hebt waarom je het doet. Welke winst wil je met al dat discomfort behalen?

En daarnaast kan je op onze site de leerstijlentest van Kolb doen. Een leuk testje dat je vertelt van jouw voorkeursleerstijl is.

Veel succes!