Gelukkig werken en zijn

Wie wil het niet? Gelukkig zijn. We hanteren hier de definitie van geluk als zijnde het ervaren van plezier en voldoening. Gelukkig zijn is een staat van bewustzijn. Een manier van denken. Niet iets wat je kunt kopen of bewerkstelligen met behulp van spullen of acties die anderen voor je kunnen fixen. Paradoxaal genoeg hebben we niemand ‘nodig’ om in die staat te geraken. Sterker nog: die staat van gelukkig zijn kunnen we alleen maar zelf creëren. Op zich niets nieuws. Al zo oud als de weg naar Rome is deze wijsheid die we onszelf en onze kinderen vertellen. Dat het niet gaat om hoe je er uit ziet, hoeveel geld je hebt en hoeveel succes je hebt.

En tóch trappen we regelmatig in de valkuil te geloven in de beloftes van het als-dan denken. Als we die baan hebben, dat ding kopen, die klus binnen halen, weer in die broek passen, als diegene doet wat ik belangrijk vind… dán zijn we eindelijk gelukkig. Het is een verslavende gedachte die maar al te vaak hardnekkig de kop op steekt. Zaken en mensen die buiten ons liggen, maken we verantwoordelijk voor onze staat van zijn. En daarmee maken we ons afhankelijk van de grilligheid van wat het leven ons elke dag weer voorschotelt.

Illusie van controle

‘Waarom?’ zal je vragen. Waarom volgen we gedachtenpatronen en bijbehorende gedragingen waarvan we volgens onze innerlijke wijsheid, al lang weten dat het ons alleen maar verder verwijdert van ons geluk? Ik denk dat één van de belangrijkste redenen is dat we een illusie creëren controle te kunnen hebben. Als we maar hard werken, goed ons best doen of een bepaald offer brengen, dan komen we er wel. Allemaal zaken waar we invloed op denken uit te kunnen oefenen. De behoefte aan controle is een sterke drijfveer.

Als-dan

In veel van onze leiderschapsassessments komt die als-dan dynamiek erg duidelijk naar voren. Managers die heel hard aan het werk gaan met/ voor hun medewerkers. ‘Zou je niet zus of zo doen? Moet ik je hier nog even in begeleiden?’ ‘Als je het nou op X manier aanpakt…?’ Alle tips, trucs en hulpbronnen willen ze aan hun medewerkers aanbieden (door de strot duwen) om ze maar in beweging te krijgen. Om maar tot resultaten te komen.

Bij navraag waarom ze zo aan het duwen en trekken zijn blijkt er vaak een overtuiging onder te zitten die er op neer komt dat ‘Als de medewerker overtuigd wordt van wat er moet gebeuren krijg ik hem of haar wel in beweging. Dan heb ik tenminste wat controle.’ Vaak krijgen ze dan als tip mee: “Vertraag het gesprek. Probeer meer te volgen waar de ander zit. Onderzoek wat er bij de ander speelt wat hem of haar in de weg zit. Vertrouw er op dat je medewerkers heus wel hun verantwoordelijkheid willen en zullen nemen.” En dat lukt ze eigenlijk alleen maar heel goed als ze zich niet meer afhankelijk voelen van wat hun medewerker doet. Pas als ze zich die wijsheid weer herinneren kunnen ze echt nieuwsgierig en ontspannen vragen naar de belevingswereld van de ander. Zo’n gesprek wordt dan opeens heel plezierig en creëert voldoening. En pas dan, paradoxaal genoeg, hebben ze impact en invloed op de ander… en worden ze gelukkiger.


Kennismaken met onze assesments? Klik dan hier voor meer informatie.